In mijn vorige blog schreef ik over de ‘upper limit’ die flink in de weg kan zitten wanneer je toe bent aan een treetje hoger, een volgend niveau. De griezel die jou tegenhoudt om succes te hebben, om ‘het’ te laten lukken, te zegevieren. Te slagen.

Want wat zijn wij hier in Nederland goed in ons klein houden en niet uitblinken. En als je dan wél uitblinkt, je talenten ongegeneerd laat zien, krijg je al gauw het etiket ‘te Amerikaans’ opgeplakt. Ook in de gewoonste dingen laten we doorschemeren dat het allemaal maar niet al té hoeft te zijn. Want wat zeg je bijvoorbeeld als iemand vraagt hoe het met je gaat? Dan horen we al gauw iets als: “Met mij gaat het wel goed.” Of: “Oké.” Terwijl je ook zou kunnen zeggen: “Het gaat heel erg goed met mij.“ Maar bah, wat oncomfortabel is dat, dus laten we het nou maar gewoon weer doen zoals iedereen het altijd deed. Zoals we gewend zijn. Niet opvallen, niet uitblinken. Lekker met z’n allen onder het maaiveld liggen.

Hindernis

Je begrijpt, aan dat plafond zitten allemaal verhalen vast die weer gekoppeld zijn aan allerlei ervaringen en dan met name in de minder gezellige sfeer. Zo hebben we die allemaal wel. Daar hoef ik verder niet over uit te weiden. Maar als je dat plafond verder omhoog wilt tillen, zeg maar mee laten gaan met jouw groei, dan is het fijn als je een beetje helder hebt voor jezelf waar die verhalen vandaan komen en hoe je erin bent gaan geloven. Kwam het bijvoorbeeld door iets wat een ander tegen je zei of was het iets wat je meemaakte? Misschien heb je structureel te horen gekregen dat als je voor een dubbeltje geboren bent, je nooit een kwartje zult worden. Voor de een betekent dat misschien dat er een vechtlust aangeroepen wordt, samen met de gedachte: dat zullen we nog wel eens zien! Voor de ander kan het zijn dat hij of zij nooit meer dan een dubbeltje zal worden, misschien zelfs maar een stuiver. Daar heb je dan dat plafond; het dubbeltje.

Je kunt vechten tegen de bierkaai, maar als jij diep vanbinnen gelooft dat je niet groots mag zijn, dan gebeurt het ook niet. Als jij, om welke reden dan ook, geen vertrouwen hebt in jezelf en dat jij boven jezelf (of bijvoorbeeld je ouders) mag uitstijgen, dan wordt het heel erg lastig om dat toch te doen, zo niet onmogelijk.

Doe maar gewoon

We zijn van nature pleasers. Al vanaf het begin van ons leven zijn we bezig met het anderen naar de zin maken, want dat levert ons iets op: liefde, aandacht, erkenning, bevestiging, etc. Als baby al ontdekken we dat lief lachen en tevreden zijn ander gedrag oproept dan hard huilen. Hoeveel ouders zijn echt relaxed als hun kind huilt? Een kind voelt dat haarfijn aan en is dus ook niet relaxed wanneer zijn of haar ouders dat niet zijn. Hier in Nederland groeien we ook collectief op in het ‘Doe gewoon, dan doe je al gek genoeg-syndroom’. Tegen de tijd dat we ouder zijn, weten we niet beter. Tenzij we dat voor onszelf ontrafelen en het onderscheid gaan maken tussen wat van óns is en wat van een ander (persoon, instituut, samenleving etc.). En als we dan de verschillende ‘hoopjes’ hebben – die van anderen en dat van onszelf – mogen we dat eigen hoopje helemaal naar onszelf toe halen en ons toe-eigenen. Onze ‘shit’, de hele handel. Ons verhaal mag ontrafeld worden en herschreven.

Want waarom zouden we gaan voor minder? Dat is alleen maar het geval omdat we daar bepaalde gedachten en emoties over hebben. Als je je verbindt met iets wat groter is dan dat, je ziel, je Hoger Zelf, het universum, je missie (purpose), ‘werkelijke’ jij etc., dan komen er (waarschijnlijk) hele andere dingen naar boven. Maar die worden vaak volledig overschreeuwd door wat de werkelijkheid lijkt, ons gedachtenpatroon en onze overtuigingen. En van dat ware ik blijft nog een soort zacht gefluister over. Maar dat wil niet zeggen dat het er niet is en dat je dit gefluister niet op kunt pakken. Dat kan zeker wel!

Hulp

Waar zit dat plafond jou nog tegen te werken? Waar ben je bang voor? En… Wat zou je het liefst willen? Waar verlang je naar, diep vanbinnen? Het plafond laat je vooral zien waar je nog niet ‘in tune’ bent, waar het verlangen nog een verlangen is en geen realiteit. Stel dat je het plafond zou gaan zien als jouw hulpmiddel om alles wat nog niet in lijn is, naar de oppervlakte te brengen en jou de kans te geven om dit wel in lijn te brengen? Dat je als het ware gaat samenwerken met je plafond in plaats van dat je het ervaart als iets ‘tegen’ jou. Dat jou naar beneden wil halen. Stel dat je plafond jou helpt om uit te zuiveren wat nog niet uitgezuiverd is en om juist de verbinding te kunnen maken met wie je werkelijk bent (of hoe je het dan ook maar noemen wilt). Hoe klinkt dat je in de oren?

Op welk gebied in je leven drukt het plafond op jou en laat het je zien wat er nog gedaan, bekeken, uitgezuiverd mag worden? Waar kan het jou helpen verder te komen?